Plyometrie

CBsHwkKW8AEYUUA

Wat wij kunnen leren van kangoeroes, een katapult en Afrikaanse dames.

– Tekst: Anton Engels –

Pezen
Naar de spieren en pezen van kangoeroes is veel onderzoek gedaan. Pezen hebben een zeer goede mogelijkheid om kinetische energie op te slaan. Dit kan worden vergeleken met de voorspanning bij een katapult. Spieren bezitten deze eigenschap minder. De pezen van de kangoeroe lijken op een stalen, strakke, elastische veer. Wanneer de kangoeroe op de grond komt, komen alle bindweefselstructuren op spanning en daarna wordt hij / zij weggeschoten als een steen op een katapult. Niet de spiervezels zijn hierbij dus de belangrijkste factor, maar de pezen.

Katapult
In 2009 heeft Sawicki aangetoond dat bovengenoemde eigenschappen ook van toepassing zijn op de mens. Dit is terug te zien in onze relatief korte spieren en dunne, lange pezen. Deze worden ingezet bij variabele snelheden. Tijdens constante beenbewegingen, zoals tijdens fietsen, verandert vooral de lengte van de spier. Die van de pezen in mindere mate. Er is hier geen katapulteffect nodig. Bij veranderlijke bewegingen, bijvoorbeeld bij lopen, verandert de lengte van de spier juist niet en wel die van de pezen. Hierdoor ontstaat het katapulteffect. De kracht van de spier is dus hier niet zo van belang. Deze hoeft “slechts” de “boog” te spannen en los te laten. De spier kan verder niet helpen. Deze zal altijd “te laat” zijn. Vergelijk het met een pijl die afgeschoten wordt, deze kan je ook geen zetje nageven.

Ritme
Een stalen veer heeft een optimaal ritme. Wanneer je probeert de veer met minimaal energieverbruik in beweging te brengen en te houden, zal je een bepaald ritme moeten gebruiken. Dit geldt eveneens voor de pezen in het menselijk lichaam. Tijdens een in 1986 (Zorn & Hodeck) uitgevoerd onderzoek, hebben ze ontdekt dat het zuurstofgebruik van Afrikaanse dames die deel uitmaakten van de Luo and Kikuyu stam, onafhankelijk is van het gewicht wat zij op hun hoofd dragen. Het blijkt dat het dragen van een hoog gewicht tot 20% van eigen gewicht, evenveel energie vergt als het dragen van een laag gewicht. Duidelijk werd dat zij dan wel in hun eigen voorkeurstempo liepen. De vlieger ging niet op wanneer ze langzamer of sneller moesten lopen. Wanneer zij dus hun eigen ritme; oftewel in het ritme van de pezen mochten lopen, behaalden zij dit energiezuinige resultaat.

Samenwerking
Voor prestatieve atleten is plyometrie sinds de jaren 80 vanzelfsprekend. Hierbij gaat het om een goede complexe samenwerking tussen spier en pees. De snelheid van afremmende aanspanning, de excentrische beweging die je maakt tijdens de landing met daarbij initiële lengtevermeerdering, speelt een essentiële rol tijdens het hardlopen. Hoe sneller en sterker deze aanspanning, hoe sterker de kracht bij de afzet. Het katapulteffect en neurofysiologische factoren liggen hieraan ten grondslag.

Training
Een onderzoek (Fouré 2011) geeft aan dat na 14 weken kuitversterkende sprongoefeningen uitgevoerd te hebben, met in totaal 34 uitgevoerde sessies, er meer inzet was van de passieve structuren; het bindweefsel. De actieve structuren, oftewel je kuitspieren, hoeven minder activiteit te leveren voor het behalen van dezelfde prestatie.

Anton Engels
Fysiotherapeut, Sport fysiotherapeut Msc., Manueel therapeut Ma., Echografie, Dry needling, Docent HZ Uiversity.
Praktijk: FysiotherapieZeeland