Voedingsbehoefte sportende vrouwen vs. sportende mannen
Het aantal vrouwen in Nederland dat sport groeit de afgelopen decennia gestaag. In 2000 sportte ca. 10% van de vrouwen meer dan 5 uur per week; in 2008 was dat 15%. 45% van de vrouwen sport tussen de 1 en 4 uur per week; en daarmee is dit aantal hoger als het aantal mannen wat dit aantal uren sport (39%). Het mag duidelijk zijn dat met name bij frequente en intensieve sportbeoefening de voedingsbehoefte anders is dan bij sedentaire mensen. En met het toenemende aantal vrouwen wat sport beoefent rijst tevens de vraag of sportende vrouwen een andere voedingsbehoefte hebben dan sportende mannen.
Hoewel er zeer veel onderzoeken zijn naar de rol van voeding op het prestatievermogen en gezondheid, zijn deze in overgrote merendeel uitgevoerd onder een mannelijke populatie. De bovengenoemde vraag is in die zin dan ook lastig te beantwoorden. Het beperkte aantal onderzoeken met een vrouwelijke populatie heeft er mee te maken dat het standaardiseren van onderzoeken met vrouwen nogal wat planning vergt vanwege de menstruatiecyclus.
Wat weten we wel?
Wel is vast te stellen dat vrouwen over het algemeen een lagere energiebehoefte hebben dan mannen; wat simpelweg verband houd met een kleiner postuur (lager lichaamsgewicht) en een andere verhouding tussen spier- en vetmassa. De energiebehoefte per kg lichaamsgewicht ligt daardoor iets lager.
Daarnaast lijkt het zo te zijn dat vrouwen tijdens inspanning voor een iets groter gedeelte vertrouwen op vetverbranding dan mannen, wat toe te schrijven is aan hormonale verschillen. Dit zou kunnen betekenen dat vrouwen met name in duursporten een klein voordeel hebben ten opzichte van mannen en dat bijvoorbeeld tapering off minder effectief is. Echter, de verschillen zijn te klein en het aantal onderzoeken te gering om dit eenduidig te kunnen vaststellen. Er zijn vooralsnog dan ook weinig reden om aan te nemen dat sportende vrouwen een fundamenteel ander voedingsadvies dienen te krijgen betreffende de verhouding tussen de verschillende macronutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten) dan mannen.
Uit bovengaande kan geconcludeerd worden dat de behoefte bij sportende vrouwen – afgezien van de genoemde verhoogde behoefte aan enkele mineralen – niet veel verschilt dan die van mannen. Wel lopen vrouwen een groter gezondheidsrisico bij (intensieve) sportbeoefening vanwege een lagere energie-inname die al dan niet samenhangen met psychologische en omgevingsfactoren.
Tekst: Vera Wisse
Vera is de praktijk gestart in 2007 in Vlissingen (toenmalig Achmea Health Center), en in de loop van de jaren is de praktijk gegroeid naar in totaal 6 spreekuurlocaties door heel Zeeland. Vera is allround diëtist en begeleidt cliënten in de praktijk bij uiteenlopende ziektebeelden. Ook verzorgt zij scholingen, presentaties en workshops en schrijft daarnaast columns en artikelen voor diverse websites.
Naast diëtist is Vera de specialist in Zeeland op het gebied van sportvoeding en als zodanig ook aangesloten bij het Olympisch Netwerk in Zeeland. Zij adviseert diverse sportbonden en sportverenigingen en begeleidt daarnaast individuele sporters (recreatief en topsporters) om hun voeding te optimaliseren. Zij heeft in 2011 de tweejarige, internationale pre-master Sports Nutrition via het IOC met goed gevolg afgesloten. Tevens heeft Vera recent de ISAK level 1 cursus afgerond waardoor zij gekwalificeerd is om op een juiste manier lichaamssamenstellingen te meten die betrouwbare resultaten opleveren.